Keuze

Wat is keuze? Nee, ik heb het niet over de vrije wil en het lot. Dat is geen onderwerp binnen het kader van dit essay. Echter, in de context van gender, geloof ik zeker dat het belangrijk is om de processen die ons aansporen om beslissingen te nemen te overwegen.

In de filosofie van !decision theory!, is keuze opgebroken in twee onderdelen: voorkeuren en vooruitzichten. Vooruitzichten zijn de verschillende paden die voor ons liggen - het !unresolved! potentieel van een of andere keuze. Voorkeuren zijn onze interne factoren die ons aansporen naar het ene vooruitzicht boven een ander. Soms zijn dit overduidelijke, rationele keuzes die we gemakkelijk kunnen beschrijven met taal. Deze motivaties komen voort uit wat !is coined! als het rationele verstand. Even ze vaak, echter, komen deze voorkeuren naar ons zonder duidelijke beredenering, afstammend van onze eerdere ervaringen, onze biochemische drijfveren, of instinctieve !drives! die onder dat alles bestaan. Soms is onze voorkeur slechts een !gut feeling(voorgevoel?)!, diep vanbinnen. Voorstanders van mindfulness verwijzen hiernaar als het emotionele verstand.

Ongeacht waar deze voorkeuren vandaan komen, echter, is het gevormd door zijn positie tussen twee polen. !Pleasure and discomfort!. Vrede en dissonantie. Euforie en dysforie. Alles dat we doen, elke keuze die we maken, komt voor uit positieve of negatieve !responses!. Met twee opties in het vooruitzicht, kiezen we degene die we het meest voordelig of minst !harmful! naar onze interne !needs! vinden.

Wat heeft dit te maken met gender? Het gender van een persoon is niet een keuze; het komt voort uit ergens diep vanbinnen op een niveau van het functioneren van het brein dat niet onderworpen is aan verandering. Er zijn twee factoren die kunnen resulteren in fuctuaties in de perceptie van een persoon van hun gender (zoals in genderfluïde individuelen en degenen met !dissociative identities!), en een persoon kan de manier waarop ze hun gender beschrijven door de tijd heen veranderen, maar niemand kiest hun genderidentiteit. We keizen alleen hoe we deze presenteren naar de rest van de wereld.

Die keuzes, die voorkeuren, worden gedreven door wat goed voelt en wat slecht voelt. Een persoon die ervoor kiest om openlijk te identificeren als een gender dat verschilt van het bij hun geboorte toegewezen gender, maakt die keuze op basis van wat juist aanvoelt om te doen. Een persoon die deze identiteit verdedigt, doet dit op basis van wat verkeerd aanvoelt. We maken deze keuzes ondanks de sociale stigmatisering en discriminatie die gepaard gaan met het transgender label, en inderdaad kiest een niet onaanzienlijk aantal transpersonen ervoor om stealth te gaan en dat label achter te laten zodra dit veilig is om te doen. Zelfs onder degenen die niet stealth zijn, accepteren veel transmensen de veiligheid van het verondersteld cisgender zijn, en doen geen moeite om mensen van die veronderstelling af te brengen. Ook dat is weer een keuze. Zichtbaar transgender zijn veroorzaakt een negatieve ervaring voor hen.

Er zijn mensen die de notie dat euforie en dysforie centrale drijfveren zijn achter genderdiversiteit ongemakkelijk vinden; men zou zelfs kunnen zeggen dat zij dysforie ervaren bij het concept van dysforie. Vraag aan hen: als je gelooft dat je geen dysforie hebt, waarom heb je dan het label trans op je genomen? Die keuze gebeurde niet in een vacuüm; zelfs als je motivaties volledig voortkomen uit blije gevoelens, vraag jezelf af hoe je je voelt wanneer je gender niet wordt gerespecteerd. Hoe voel je je wanneer anderen je identiteit ongeldig maken?

Is dat niet een toestand van ongemak of algemene ontevredenheid?

Dat is dysforie, schat.

We zijn here, we zijn queer.

Elk jaar krijgen we nieuwe studies die een toename van de omvang van de transgenderbevolking laten zien. Naarmate het bewustzijn blijft groeien, realiseren steeds meer mensen zich wat er mis is met hun leven en komen uit de kast. Mensen die tientallen jaren geleden een transitie doormaakten, komen uit de schaduw. GLAAD schat dat maar liefst 3% van de bevolking transgender zou kunnen zijn, en ik heb zelfs cijfers gezien van 5% of zelfs 10% volgens ruimere schattingen. Hoe meer we te weten komen over gender, hoe meer taal we krijgen om gender te beschrijven, hoe meer mensen zich realiseren dat de rigide mannelijke en vrouwelijke seksuele structuur waarin we gedwongen zijn, vals is.

Toch schrikt al deze verandering mensen af. Het schrikt conservatieven af die zien dat hun patriarchale sociale structuren oplossen onder het nieuwe begrip van gender. Het schrikt old-school transgender mensen af die onder de Harry Benjamin-regels een transitie doormaakten en nu zoveel mensen gemakkelijk kunnen bereiken wat zij moesten acteren, liegen en manipuleren om te bereiken. Ze vrezen dat als iedereen trans kan zijn, het publiek transpersonen niet meer serieus zal nemen. Het schrikt de misogynistische of misandristische trans-exclusionaire groepen af die zo hard vechten om transgenderrechten te ontkennen omdat ze denken dat, als iedereen een man of een vrouw kan zijn, hun status als man of vrouw wordt geschaad.

Er bestaat niet zoiets als een “Transtrender”.

Er bestaat niet zoiets als “Rapid Onset Gender Dysphoria”.

Er bestaat niet zoiets als mensen die kinderen “transen”.

Deze mentaliteiten moeten stoppen.